gevangenis
Néerlandais
Étymologie
- Étymologie manquante ou incomplète. Si vous la connaissez, vous pouvez l’ajouter en cliquant ici.
Nom commun
Nombre | Singulier | Pluriel |
---|---|---|
Nom | gevangenis | gevangenissen |
Diminutif | gevangenisje | gevangenisjes |
gevangenis \ɣə.vɑŋ.ə.nis\ féminin
- Prison.
- er met twee maanden gevangenis vanaf komen
- s’en tirer avec deux mois de prison
- in de gevangenis zitten
- être en prison
- daarvoor kan je in de gevangenis komen
- là, tu risques la prison, tu peux faire de la prison pour ça
- er met twee maanden gevangenis vanaf komen
Dérivés
- gevangeniscel
- gevangeniscomplex
- gevangenismuseum
- gevangenisoproer
- gevangenisopstand
- gevangenispredikant
- gevangenisregime
- gevangenisstraf
- gevangeniswezen (univers carcéral)
- jeugdgevangenis
- koepelgevangenis
- staatsgevangenis
- stadsgevangenis
- strafgevangenis
- vrouwengevangenis
Prononciation
- \ɣə.vɑŋ.ə.nis\
- (Région à préciser) : écouter « gevangenis [ɣə.vɑŋ.ə.nis] »
- Pays-Bas (partie continentale) (Wijchen) : écouter « gevangenis »
Cet article est issu de Wiktionary. Le texte est sous licence Creative Commons - Attribution - Partage dans les Mêmes. Des conditions supplémentaires peuvent s'appliquer aux fichiers multimédias.