Poëzieprijs van de gemeente Amsterdam

Le Poëzieprijs van de gemeente Amsterdam est un prix littéraire néerlandais récompensant une œuvre poétique.

Histoire

Le prix de poésie de la municipalité d'Amsterdam a été créé en 1945. En 1972, il a pris le nom de Herman Gorter-prijs (nl).

Récipiendaires

Paul Rodenko (nl) reçoit le prix de la poésie de la municipalité d'Amsterdam 1960 remis par Albert de Roos (de)
  • 1971 - Ida Gerhardt (nl) pour De ravenveer
  • 1970 - Gerrit Komrij pour Alle vlees is als gras, of Het knekelhuis op de dodenakker
  • 1969 - Hans Faverey pour Gedichten
  • 1968 - J.P. Guépin (nl) pour De mens is een dier maar hij zou het kunnen weten
  • 1967 - Dick Hillenius (nl) pour Uit groeiende onwil om ooit nog ergens in veiligheid aan te komen
  • 1966 - K. Schippers (nl) pour Een klok en profil
  • 1965 - Cees Nooteboom pour Gesloten gedichten
  • 1964 - Adriaan Roland Holst pour Onderhuids
  • 1964 - H.C. ten Berge (nl) pour Journaal I, II en XII
  • 1964 - J. Bernlef pour En dode hagedis
  • 1963 - Gerrit Kouwenaar pour Zonder namen
  • 1963 - Hans Andreus (nl) pour Aarde
  • 1963 - Hans Verhagen (nl) pour Walcheren
  • 1962 - Ida Gerhardt (nl) pour De hovenier
  • 1962 - J. Bernlef pour Morene
  • 1962 - Huub Oosterhuis (nl) pour Groningen
  • 1962 - Lucebert pour Terreur
  • 1961 - Adriaan Roland Holst pour Omtrent de grens
  • 1961 - Jan Willem Schulte Nordholt (nl) pour Een lichaam van aarde en licht
  • 1961 - Leo Vroman (nl) pour Pour Jan Greshoff en pour een meisje zonder hoofd
  • 1961 - Gerrit Kouwenaar pour Zou een hand
  • 1960 - Paul Rodenko (nl) pour Stilte, woedende trompet
  • 1960 - Cees Nooteboom pour Ibicenzer gedicht
  • 1960 - Chr.J. van Geel (nl) pour Een zomerdag
  • 1959 - Jan Hanlo (nl) pour Verzamelde gedichten
  • 1959 - Jan Elburg pour Hebben en zijn
  • 1959 - Mischa de Vreede (nl) pour Een jong meisje droomt
  • 1959 - Sybren Polet pour Vleselijke stad
  • 1958 - Gabriël Smit (nl) pour De stoel
  • 1958 - Gerrit Kouwenaar pour De mensen zijn geen goden
  • 1957 - Maurits Mok (nl) pour Stormen en stilten
  • 1957 - Guillaume van der Graft (nl) pour Woorden van brood
  • 1957 - Jan Hanlo (nl) pour Niet ongelijk
  • 1956 - Ida Gerhardt (nl) pour Het levend monogram
  • 1956 - Bert Schierbeek (nl) pour De blinde zwemmers
  • 1956 - Lucebert pour De beulen
  • 1956 - Leo Vroman (nl) pour Uit slaapwandelen
  • 1955 - Hans Andreus (nl) pour Schilderkunst
  • 1955 - M. Vasalis pour Vergezichten en gezichten
  • 1955 - Remco Campert (nl) pour Gedicht met een moraal
  • 1954 - Gerrit Achterberg pour Ballade van de gasfitter
  • 1954 - Pierre Kemp (nl) pour gedichten
  • 1953 - Lucebert pour Apocrief
  • 1951 - non attribué
  • 1949 - Elisabeth Zernike (nl) pour En toen wij afscheid namen ....
  • 1949 - Gerrit Achterberg pour Afreis
  • 1948 - H.W.J.M. Keuls (nl) pour Rondeelen en kwatrijnen
  • 1947 - Gerard den Brabander (nl) pour De steenen minnaar
  • 1946 - Jan H. de Groot (nl) pour Moederkoren
  • 1945 - Jan Engelman (nl) pour Ballade van de waarheid

source : Literatuurmuseum[1]

Références

  • Portail des Pays-Bas
  • Portail de la poésie
  • Portail des récompenses et distinctions
Cet article est issu de Wikipedia. Le texte est sous licence Creative Commons - Attribution - Partage dans les Mêmes. Des conditions supplémentaires peuvent s'appliquer aux fichiers multimédias.