bijboeken

Néerlandais

Étymologie

Composé de l´adverbe “bij” et du verbe “boeken”.

Verbe

bijboeken transitif

Présent Prétérit
ik boek bij boekte bij
jij boekt bij
hij, zij, het boekt bij
wij boeken bij boekten bij
jullie boeken bij
zij boeken bij
u boekt bij boekte bij
Auxiliaire Participe présent Participe passé
hebben boeken bijd bijgeboekt
  1. Inscrire.

Synonymes

Antonymes

  • afboeken

Vocabulaire apparenté par le sens

Taux de reconnaissance

En 2013, ce mot était reconnu par[1] :
  • 78,6 % des Flamands,
  • 95,7 % des Néerlandais.

Prononciation

Prononciation manquante. (Ajouter)

Références

  1. Marc Brysbaert, Emmanuel Keuleers, Paweł Mandera et Michael Stevens, Woordenkennis van Nederlanders en Vlamingen anno 2013: Resultaten van het Groot Nationaal Onderzoek Taal, Université de Gand, 15 décembre 2013, 1266 p. → [lire en ligne]
Cet article est issu de Wiktionary. Le texte est sous licence Creative Commons - Attribution - Partage dans les Mêmes. Des conditions supplémentaires peuvent s'appliquer aux fichiers multimédias.